ICONISCHE HONDA
TLR250
We schrijven 1982. Het was een geweldig jaar voor Honda in het trialkampioenschap, want de Belg Eddy Lejeune werd voor de eerste keer wereldkampioen. Hij flikte dat kunstje op een Honda RTL360. Ook in de jaren daarna, 1983 en 1984, kon Lejeune met succes zijn titel verdedigen. Op basis van Lejeunes RTL360 maakte Honda eind 1982 een goede en competitieve serie trialmachines. De nieuwe TLR’s waren geboren. Een essentiële mijlpaal in de geschiedenis van Honda's trialmotoren.
VAN TRAIL NAAR TRIAL
Nadat Honda zichzelf had bewezen als een geloofwaardige producent van offroadmotorfietsen met de XL250-trailmotor, stapte het met de TL125 over naar het veeleisendere terrein van competitieve trials. De TL125, die eruitzag als een gekrompen XL250, was volgens dezelfde lijnen gebouwd en had een vierkleps motor met bovenliggende nokkenas in een robuust wiegframe. Zoals alle Japanse fabrikanten later zouden leren, is er een wereld van verschil tussen een trailmotor en een competitieve trialmotor, dus wendde Honda zich tot offroad-icoon Sammy Miller voor hulp. Millers eerste opdracht was om de TL125 te ontwikkelen, wat hij deed door de basismotor te behouden en het frame en de ophanging tot in detail te herzien. De TL/TLR200/250-versies die volgden waren fundamenteel gelijkwaardig, afgezien van hun grotere motoren en gewijzigde versnellingsbak.
MOTORBLOK VAN XR200
De Honda TLR200 was een dual purpose trialmotor die van 1986 tot 1987 is gebouwd. Beide modeljaren waren trouwens exact hetzelfde, waarbij de 1987-modellen overgebleven en omgedoopte 1986-motoren waren. De TLR200 leende het motorblok van de XR200-trailmotor, maar dan in een ander frame. Datzelfde motorblok werd trouwens ook gebruikt in de Honda ATC200-driewieler.
MET DANK AAN HRC
Naast een TL125, maakte Honda ook een zwaardere TLR250. Die laatste had bijna hetzelfde frame als de TLR200, maar was uitgerust met een verstevigd balhoofd en twee subtanks onder het zadel. Verder verschilde de TLR250 motorisch van de 200-versie met een op HRC gebaseerde 249cc-ééncilinder viertakt met twee kleppen per cilinder. De TLR200 beschikte over een 194cc-viertakt-tweeklepper.
COMPETITIEVE TRIALMACHINE
Zoals het een goede trialmotor betaamt, was een van de grote pluspunten van de TLR250 dat hij een kleine draaicirkel had. Zo kon zijn stuurkolom bijna volledig loodrecht op het frame van de motorfiets draaien voor ultieme wendbaarheid. De TLR250 was ontworpen als motorfiets om staand mee te rijden, maar hij had wel een zadel en verlichting voor op de openbare weg. Dankzij wat kleine aanpassingen aan het tandwiel, had je meteen een competitieve trialmachine. Meer was daar echt niet voor nodig.