MY RIDE, MY LIFE

LUCIO CECCHINELLO

De meesten kennen hem als de teambaas van het naar zichzelf vernoemde Lucio Cecchinello Racing, a.k.a. LCR Honda MotoGP-team. Maar de sympathieke Italiaan heeft meer op zijn palmares. Zijn carrièrepad in de motorsport is uitzonderlijk en gedreven door één ding: pure passie.

Bijna dertig jaar geleden zette Lucio als fulltime coureur zijn eerste stappen in de WK-paddock. Hij racete tien jaar in de 125cc-klasse, in zijn eigen LCR-team dat hij in 1996 opzette, behaalde negentien podia met zeven overwinningen en hoewel hij nooit helemaal de top drie haalde in het algemeen kampioenschap, was hij zeker een van de groten van het late 125cc-tijdperk.

Enkele van Lucio's vroegste herinneringen zijn die van hem voorop bij zijn vader op de scooter. Af en toe gas mogen geven en de wind door zijn haren voelen, was genoeg om de passie te doen aanwakkeren. “Mijn vader is de grootste inspiratiebron in mijn leven. Hij heeft me geleerd hoe ik gereedschap moet gebruiken en hoe ik dingen kan repareren. Toen ik hem om een nieuwe brommer vroeg, zei hij ‘nee’ en kocht een wrak van de schroothoop.” Het restaureren van die brommer was Lucio's eerste ervaring met “dingen het leven teruggeven”.

VERBODEN TE RACEN

Vanaf dat moment is Lucio’s liefde voor motoren alleen maar gegroeid. Het enige onderwerp van conflict is dat zijn ouders hem als jonge jongen niet willen laten racen. Daarom voedt hij zijn passie in eerste instantie door aan de motoren van zijn vrienden te sleutelen: “Elke dag na school bracht ik in de garage door. Ik voelde een speciale aantrekkingskracht voor motoren en was echt heel geïnteresseerd in hoe ik de motor nog sneller kon laten gaan.”

Lees verder

Het officiële racecircuit laat dus nog even op zich wachten voor de jonge Lucio; niet alleen omdat het niet mag, maar ook uit geldgebrek. “Het begin van mijn racecarrière is daarom anders dan dat van de meeste coureurs. Ik maakte op mijn Honda NS125 circuitjes op het industriegebied van Bologna, mijn vriendin timede me met de stopwatch. Ik wilde altijd mijn tijd verbeteren. Ik wilde heel graag gaan racen, maar ik had het geld niet om de NS125 klaar voor het circuit te maken. Toen kreeg ik een idee: mijn vriendin wilde graag een motor kopen. Dus ik verkocht mijn NS125 aan haar en vroeg vervolgens of ik ‘m mocht lenen. Van het geld dat ik aan de verkoop had verdiend kon ik de motor aanpassen en gaan racen. Zo ben ik begonnen.” Vraag blijft of dit ook de deal is die zijn vriendin voor ogen had…

Die Honda NS125 zou de eerste in een rij van vele Honda’s worden. Lucio Cecchinello en Honda zijn van het begin af aan onlosmakelijk met elkaar verbonden. "Die NS125 was de eerste motor die ik kocht, toen ik zestien jaar was. Het was een straatmotor, maar met de lijnen van een racer en met een krachtige motor. In die tijd was iedereen die een Honda had een ‘cool persoon’. Honda was - en is volgens mij nog steeds - de leider op het gebied van technologie. Ik was altijd gepassioneerd door het merk en heb enorm veel respect voor wat Soichiro Honda heeft gedaan. Ik had hem graag ontmoet.”

Lees verder

COUREUR EN TEAMBAAS

Op de motor of sleutelend eraan, het is Lucio om het even, als hij maar bij motoren in de buurt kan zijn. En zijn passie kan overbrengen op de nieuwe generatie, zoals destijds met een bepaalde veertienjarige, genaamd Casey Stoner. “We hielpen hem op zijn veertiende naar het WK, waar hij als tweede eindigde (250cc wereldkampioenschap 2005, red.). Een jaar later brachten we hem naar de MotoGP en behaalden we die eerste pole position en dat eerste podium. Het is een fantastisch gevoel om iemand zo’n kans te geven. Zonder LCR zou zijn carrièrepad er waarschijnlijk anders uit hebben gezien.”

Cecchinello weet als een van de weinigen in de racewereld hoe het voelt om zelf MotoGP-races te winnen én als teambaas. Het begon allemaal met Honda en Honda bracht ook de mooiste hoogtepunten in zijn managementcarrière. “Alles draait om passie. Voor de technologie, de snelheid, het racen tegen de klok, het vieren van overwinningen en podiumplaatsen. Het is een combinatie van emoties die deel uitmaken van mijn leven en ik kan me niet voorstellen dat ik ze zou moeten missen.” Waarschijnlijk is dat de reden waarom hij niet eens iemand aan tafel toestaat om zelfs maar de mogelijkheid te bespreken om zijn team te verkopen – iets wat hem al drie keer is aangeboden. “Het gaat niet om het geld. Het gaat erom dat ik mijn leven echt heel leuk vind.”